top of page
Zoeken
  • Josje Kuenen

Overzicht. Hoe dan?


Een van de lastigste onderwerpen in onderwijs is overzicht. Of het nu gaat om het schrijven van een tekst, om het doceren van het Burgerlijk Wetboek of het doorgronden van aerodynamica, overzicht is essentieel. Hoe zorg je voor overzicht als je vierhonderdvijftig publicaties moet raadplegen over de kredietcrisis? Waarin de een dit zegt en de ander dat? Welke zaken doen ertoe? En welke zijn minder relevant? Hoe onderscheid je hoofd- en bijzaken van elkaar om er vervolgens een synthese van te maken? Is dat ervaring? Is dat kennis? Is dat intelligentie? En vooral: is het te leren?

Ja, zeker. Als docent kan ik ook moeilijk iets anders beweren natuurlijk. Onderwijs impliceert ontwikkeling. Aanvankelijk dacht ik dat er vooral tijd, ervaring en kennis voor nodig was om overzicht te krijgen. Maar onlangs is dat beeld bijgesteld. Ik woonde een bijzondere geschiedenisles bij van Maike van der Mooren. Zij doceert Geschiedenis aan het Zuyderzeecollege in Emmeloord. Zij liet me zien dat je leerlingen en studenten op vrij eenvoudige wijze kunt helpen overzicht te krijgen. Maike doet dat door de geschiedenis te vatten in een schema met plussen en minnen.

Klinkt anders en dat is het dan ook. Maar waar een chronologische aanpak (en toen gebeurde er dit en daarna dat) en een thematische aanpak (de economie in de jaren ’20 en ’30 vergelijken met de huidige financiële crisis) vaak fragmentarische inzichten geven, biedt de aanpak van Maike houvast om het grotere plaatje te laten zien. Dit is wat ze doet.

1. Ze laat leerlingen eerst het boek bestuderen over een bepaald tijdvak. In dit geval ging het over de periode tussen de beide wereldoorlogen (het interbellum). 2. Vervolgens vult zij met de leerlingen in de klas een schema in 3. In dat schema zie je: jaartallen, de rol van de overheid, de mate van welvaart en plussen en minnen om de kwantiteit van welvaart en overheidsingrijpen te bepalen 4. Vervolgens bepaalt ze aan de hand van gebeurtenissen in deze periode of er sprake is van meer of minder welvaart, of dat correleert met meer of minder overheidsingrijpen en in hoeverre binnenlandse politiek effect heeft op de economische situatie. 5. Tot slot, ter controle, biedt ze een kwadrant aan waarin dezelfde zaken nog eens ingevuld moeten worden door de individuele leerlingen. Hierdoor worden ze gestimuleerd de stof op verschillende manieren te verwerken en te reproduceren. Daarna worden de uitkomsten plenair besproken.

Resultaat: je ziet in een oogopslag wat er zich heeft afgespeeld in een bepaald tijdvak en in hoeverre overheidsingrijpen invloed had op de economie. De slotsom van deze les was in ieder geval dat binnenlandse politiek minder invloedrijk was dan externe factoren zoals een wereldoorlog. Wat ik er met name interessant aan vind, is dat leerlingen met zo’n schema zelf overzicht krijgen en daaruit conclusies kunnen trekken. En dat is wat waar onderwijs over zou moeten gaan: hulp bieden bij het doorgronden van data en daar vervolgens je voordeel mee kunnen doen. Niet omdat een boekje dat zegt maar omdat je zelf voldoende overzicht hebt om zo'n beslissing te maken. Meer informatie: zie de website van Maike van de Mooren.


46 weergaven0 opmerkingen
bottom of page